Nieuwe vakken in de Tweede Fase

Filosofie. Waarom zou je filosofie kiezen?

Vind je het leuk om dieper na te denken over de mens en de wereld om je heen? Ben je geïnteresseerd in hoe een ander denkt? Begrijp je redeneringen van anderen heel goed, of wil je dat juist leren? Wil je weten waarom sommige filosofen van honderden of duizenden jaren geleden nog steeds gelezen worden en wat zij ons te vertellen hebben? Dan is filosofie een vak voor jou.

Filosofie past binnen alle profielen. Bij iedere vervolgstudie op HBO of Universiteit krijg je het vak filosofie. Hiermee heb je dus al een voorsprong.

• Ga je N&G doen, denk dan eens aan een module medische ethiek bij de studie Geneeskunde. Mag je een patiënt tegen zijn wil behandelen? Mag je iemand een medicijn weigeren omdat het te duur is?

• Wil je N&T doen, denk dan eens aan een module toegepaste filosofie van de techniek bij de Technische studies, zoals ‘Kan een robot een bewustzijn krijgen?’

• Ligt je interesse bij C&M, dan zijn er verschillende modules waarin je gaat nadenken over onze maatschappij. Denk bijvoorbeeld aan ‘Het eiland’, waarbij je je eigen ideale samenleving sticht, of aan de vraag ‘Hoe denken de buren over mij’, waarin je inzoomt op sociale filosofie. De studie psychologie en filosofie hebben grote raakvlakken, omdat ze beide inzoomen op het gedrag van de mens.

• Ga je E&M doen, dan is de module rechtsfilosofie bij de studie Rechtsgeleerdheid of Criminologie en de vraag Hoe moeten we criminaliteit bestrijden? misschien wat voor jou, of de modules over de vrije markt bij de studie (bedrijfs)economie. En hoe richten we onze economie rechtvaardig in?

Wat leer je bij filosofie ?

Bij het vak filosofie leer je dus vooral zelfstandig na te denken en vanuit meer perspectieven een onderwerp te benaderen. Je wordt uitgedaagd om met anderen van gedachten te wisselen en argumenten te onderzoeken.

Hou je van nadenken en discussiëren? Ben je nieuwsgierig wat belangrijke filosofen zoals Plato of Nietzsche dachten en ben je benieuwd of je het met ze eens bent? Dan is filosofie iets voor jou.

Beco. Waarom zou je bedrijfseconomie willen kiezen?

Handelswetenschappen, Management & Organisatie, Economie 2…..Door de jaren heen heeft Bedrijfseconomie al verschillende namen gehad. Sinds 2018 zijn we begonnen met het nieuwe programma wat, naast de naam doet vermoeden jullie kennis laat maken met bedrijfseconomie, ook voor een deel bestaat uit financiële zelfredzaamheid.

Bedrijfseconomie is een vak dat over het praktisch, economisch leven gaat. Waarbij je leert over ondernemen, werken binnen een onderneming en het organiseren van je eigen financieel huishouden. Het vak leert je praktisch te kijken, te doen en te onderzoeken. Voor een economische vervolgopleiding is het uiterst geschikt, maar ook als je straks ondernemend wilt zijn.

Binnen nu en een aantal jaren kom je voor belangrijke financiële keuzes te staan in je leven; studeren of doorleren, een huis huren of kopen, sparen of beleggen. We gaan vanaf beginniveau aan de slag en bekijken wat in welk geval de verstandigste keuze is. Ook bekijken we de financiële gevolgen van verschillende samenlevingsvormen zoals trouwen of geregistreerd partnerschap, scheiden, schenkingen en erven.

Waar je bij Algemene Economie bezig bent met onderwerpen in de breedste zin, dus in een land of bepaald gebied, gaat Bedrijfseconomie over het individu en ondernemingen. De vakken kunnen los van elkaar gekozen worden. Een beetje feeling voor economie en wat in de wereld om je heen gebeurt is een pre, net als voldoende beheersing van de basisvaardigheden van wiskunde, zoals rekenen met procenten. Naast een goede voorbereiding op financiële keuzes in de toekomst bereid Bedrijfseconomie je voor op een studie in (bedrijfs-)economisch, maar ook juridisch- of toeristisch gebied. Tevens zul je een beeld krijgen van wat ondernemen is, en wat er komt kijken bij het opzetten van een eigen zaak.

Dit in combinatie met het opzetten en managen van een bedrijf, maakt Bedrijfseconomie een actueel en compleet vak, wat je goed voorbereid op de (nabije!) toekomst.

Informatica. Waarom zou je informatica willen kiezen?

Misschien denk je bij het horen van het van informatica: dat kregen we toch ook in de eerste klas? Maar dit vak gaat veel verder dan de basisvaardigheden die je in de eerste klassen hebt gekregen. Bij informatica duiken we onder de motorkap van de computer en onderzoeken we hoe alles op, aan en rondom een computer werkt. Er komen veel verschillende onderwerpen voorbij, van de website van De Nassau tot de datacenters van Google en van de sensoren op een Tesla tot de knoppen op je telefoon.

Informatica gaat over informatieverwerking door mensen met behulp van geautomatiseerde systemen. Je onderzoekt hoe een computer in elkaar zit, hoe besturingssystemen werken en hoe netwerken zijn opgebouwd. Daarnaast leer je hoe je computersystemen opdrachten kunt geven. En hoe je informatie met behulp van de computer makkelijk kunt verwerken. Je oriënteert je ook op de ontwikkeling en toepassing van informatiesystemen in wetenschap, bedrijven en de maatschappij.

Informatica is natuurlijk een ontzettend breed onderwerp en van ieder los onderwerp is een volledig examenvak op te stellen maar om jullie zo veel mogelijk verschillende elementen te laten ervaren werken we met verschillende interessante en leuke modules. Je leert de basisprincipes van de computer kennen, gaat programmeren in verschillende talen, maakt ontwerpen voor zelfbedachte apps en gaat zelfs je eigen game bedenken.

Tijdens de lessen leer je vaardigheden die op veel vervolgopleidingen op werksituaties direct toepasbaar zijn. Probleemoplossend denken, computational thinking en groepsgericht werken zijn vaardigheden die nu en in de toekomst steeds belangrijker worden en met informatica beoefen je deze skills iedere les.

Kunstvak Beeldende Vormgeving of Muziek. Waarom zou ik kubv of kumu kiezen?

Ben je graag creatief bezig en hou je van afwisseling? Ben je graag praktisch en probleemoplossend bezig en tegelijkertijd geïnteresseerd in het ervaren van kunst en cultuur? Dan is dit vak misschien iets voor jou.

Je volgt het kunstvak beeldende vormgeving twee lesuren per week. Je bent bezig met de uitvoering van praktische opdrachten. De praktijkopdrachten worden allemaal anders uitgevoerd. Denk aan tweedimensionaal: tekenen, schilderen, grafiek, foto/video en allerlei combinaties. Maar ook driedimensionaal komt aan bod: hout, metaal, kunststof, textiel, klei & gips en allerlei combinaties. Je werkt aan levensechte opdrachten bijvoorbeeld het ontwerpen van een affiche of een kostuum.

Zowel het eindwerk als proces, de weg naar het eindwerk, wordt beoordeeld. Tijdens het proces wordt je begeleid om creatieve oplossingen te zoeken, kritisch naar je eigen werk en werkwijze te kijken, maar ook naar die van je medeleerlingen en andere kunstenaars. Dit laatste noemen we reflectie. In de meeste HBO-opleidingen zul je ook aan reflectie moeten doen, bijvoorbeeld tijdens je stage.

Ook leer je bij dit vak te communiceren in woord en in beeld. Ook deze vaardigheid komt terug bij een hoop HBO-opleidingen.

Het kunstvak Beeldende Vormgeving gaat dus verder dan alleen het mooie plaatje. Heb je interesse om het vak te volgen of heb je vragen? Kom gerust langs om vragen te stellen of in de lessen te kijken. Ook in het schoolgebouw, zoals in de mediatheek, zijn vaak werkstukken te zien van onze leerlingen.

Kunstvak Muziek

Luister je graag naar muziek? Bespeel je een instrument, zing je graag of zou je juist graag een instrument willen leren bespelen? Zou je het interessant vinden om precies te weten wat je allemaal hoort als je naar een liedje luistert? Werk je graag samen met andere muzikale leerlingen en wil je met hen tot een mooi klinkend eindresultaat komen? Dan is het kunstvak muziek misschien iets voor jou!

Je volgt het kunstvak muziek twee lesuren per week. In het ene uur zijn we bezig met muziektheorie en solfège (gehoortraining). Deze theorie en luisteroefeningen zorgen ervoor dat je meer te weten komt over hoe muziek in elkaar zit en dat passen we vervolgens toe in het praktijkuur. De praktijkopdrachten voer je (meestal) uit in bandvorm. Je krijgt een opdracht waar je een aantal weken aan werkt en presenteert het eindresultaat voor de klas. Je kan denken aan een opdracht waarin je een bestaand nummer uitvoert in een ander genre dan het origineel, of een opdracht waarin een link wordt gelegd naar beeldende kunst: welke muziek past bij welk beeld?

Zowel het klinkend resultaat als het proces, de weg naar het klinkend resultaat toe, wordt beoordeeld. Tijdens het proces word je begeleid om creatieve oplossingen te zoeken, kritisch naar je eigen werk te luisteren, maar ook naar dat van je medeleerlingen en andere muzikanten.

Ook al speel je al langere tijd een instrument of heb je juist nog heel weinig ervaring: voor iedereen is bij het kunstvak muziek een mogelijkheid om muzikaal talent verder te ontwikkelen.

In de vijfde klas sluit je het kunstvak muziek af, dat geldt zowel voor havo als vwo, met het eindexamenconcert. Hierin presenteren alle examenkandidaten hun muzikale talent.

Kunstvak Algemeen

Bij zowel kunstvak Muziek als Kunstvak Beeldende Vormgeving volg je het theoretische vak Kunstvak Algemeen. Dit vak volg je éen uur per week op de havo en twee uur in vwo-5 en vwo-6. Kunstvak algemeen is het vak op het centraal examen voor de leerlingen kunstvak beeldend of kunstvak muziek.

De veelzijdige vak bestaat uit twee onderdelen:

1. Kunstbeschouwing van alle kunstdisciplines (beeldende kunst, muziek, film, theater, dans, architectuur)

2. Kunst- en cultuurgeschiedenis over verschillende periodes uit de geschiedenis.

Je leert verschillende vormen van kunst en cultuur kennen binnen de context van een bepaalde tijd. Ook leer je in brede zin begrippen toe te passen die belangrijk zijn voor het begrijpen van kunst en cultuur.

Bij dit vak gebruiken we de digitale methode “De Bespiegeling”. Je bent op verschillende manieren met de stof bezig: je leert van elkaar door middel van het geven en beluisteren van presentaties, maar ook door in spelvorm met de leerstof bezig te zijn. Ten slotte wordt je zo goed mogelijk voorbereid op het (digitale) eindexamen door in de lessen te oefenen maar ook te ervaren; dit gebeurt o.a. tijdens actieve excursies bij onder andere het Scapino Ballet en het Rotterdams Philharmonisch Orkest.

Wiskunde A/B of C. Ik moet een wiskunde kiezen, maar welke?

Wiskunde A, B of C? Welke wiskunde moet ik kiezen? Bij het vak wiskunde leer je problemen te analyseren en op te lossen. Op het vwo kun je kiezen tussen wiskunde A, B en C. Je moet niet het idee krijgen dat de verschillende soorten wiskunde totaal gescheiden werelden zijn. Er is een behoorlijke overlap, maar de accenten liggen meestal iets anders.

Bij wiskunde B ben je meer bezig met de weg naar het eindantwoord. Kun je beredeneren of bewijzen waarom dat antwoord juist is? Bij wiskunde B ben je vaak wat abstracter bezig. Wiskunde wordt ook wel de taal van de exacte wetenschappen genoemd en het besturen van deze taal is wat je bij wiskunde B leert. Denk niet dat wiskunde A of C gemakkelijk is en wiskunde B moeilijk: wiskunde A of C vergt ook gewoon veel inzet en doorzettingsvermogen,

maar met gezonde ijver en normaal inzicht komt men er meestal goed doorheen. Bij wiskunde B moet je juist lol hebben in een theoretischer aanpak en graag met wiskunde bezig zijn. Bij het oplossen van problemen wordt bij wiskunde B bovendien een grotere mate van zelfstandigheid van je verwacht dan bij wiskunde A, terwijl dat bij wiskunde A weer groter is dan bij wiskunde C.

Voor de echte bèta’s, die Natuur & Techniek als profiel hebben en dus een sterke voorkeur hebben voor de exacte wetenschappen, is het verplicht om wiskunde B te doen. De thema´s die behandeld worden bij wiskunde B sluiten dan ook meer aan bij wiskunde toegepast in de techniek.

Bij wiskunde A leer je vaak vaardigheden die te maken hebben met statistiek: diagrammen, tabellen, formules en kansberekening. Vaak zie je dat leerlingen die goed zijn in het vak – en dus wiskunde B doen – later een studierichting uitzoeken die daar meer bij aansluit, terwijl leerlingen die variant A doen daarna meer de talenstudies, sociale- of economische studies gaan doen. Bij dergelijke studies, als antropologie, sociologie of geschiedenis is statistiek belangrijk, voor het correct uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Bij wiskunde A leer je daarom vaak vaardigheden die te maken hebben met statistiek: diagrammen, tabellen, formules en kansberekening.

Wiskunde C is bijna compleet vernieuwd zodat het beter past in het profiel van Cultuur en Maatschappij. Dit houdt in dat C niet meer wordt gezien als de lichtere variant van A. Wiskunde C is niet meer slechts een deel van het wiskunde A-programma waaruit onderdelen zijn weggelaten. Het vak kent nu haar eigen onderdelen, zoals ruimtemeetkunde in het onderdeel ‘vorm en ruimte’ en logica in het onderdeel ‘logisch redeneren’.

Welk profiel en welke wiskunde kies jij? Bij wiskunde A gaat het om onderwerpen die je later misschien weer nodig hebt bij een vervolgopleiding. Bij studies zoals psychologie en pedagogiek krijg je veel te maken met statistiek. In wiskunde A zit daarom een flink stuk statistiek en kansrekening, maar deze studies zijn op de universiteit ook toegankelijk met wiskunde C. Ook moet je bij wiskunde A met functies en grafieken kunnen werken.

Bij economische studies is wiskunde ook belangrijk. Als je verder wilt studeren in de richting van “Economie” is wiskunde A onmisbaar. Let op: bij sommige economische studies op de universiteit moet je wiskunde B hebben. Als wiskunde je goed af gaat en je wilt economie studeren op de universiteit, dan heeft wiskunde B de voorkeur boven wiskunde A.

Wiskunde C is alleen bestemd voor leerlingen met het profiel CM. Die gaan over het algemeen geen sterk wiskundige studies doen. Wiskunde C komt deels overeen met op wiskunde A. Er zit wel statistiek en kansrekening in en ook functies en grafieken. Logisch redeneren speelt een grote rol, maar ook een deel van ruimtemeetkunde zit in wiskunde C. Met wiskunde C in je bagage kun je dus de kant van “Gedrag en Maatschappij” op. Voor de richting “Economie” kun je beter wiskunde A of B kiezen. Bij sommige studies komt op het eerste gezicht geen wiskunde aan de orde. Denk maar aan rechten, maar daar gebruik je het onderdeel logisch redeneren weer. Bij wiskunde B krijg je onderwerpen die belangrijk zijn voor opleidingen in de exacte hoek, bijvoorbeeld aan een technische universiteit. Ook voor universitaire studies zoals natuurkunde en scheikunde is wiskunde B verplicht. Wiskunde B is

abstracter dan wiskunde A en de meeste leerlingen vinden wiskunde B moeilijker dan wiskunde A.